28 maart 2020

Boosheid, rauw verdriet en volle vreugde


De emotionele impact van de coronacrisis wordt steeds voelbaarder. Ik merk het in mijn omgeving. Steeds meer verhalen over mensen die ziek zijn – collega’s, vrienden, familieleden. In de media het verdriet van mensen die een dierbare verloren hebben en op afstand afscheid moesten nemen. Of de schrik van artsen die een collega ernstig ziek zien worden. Na de verwarring en de onzekerheid kruipen nu andere gevoelens naar boven. Wat zullen we nog te verstouwen krijgen?

Ik merk bij mezelf ook dat de irritatie toeneemt. Ik ben prikkelbaarder en heb meer behoefte om tegen dingen aan te schoppen. De opgelegde dwang tegen te gaan. Ik voel mijn boosheid, maar ja op wie kan ik eigenlijk boos zijn? Het zijn boosheid en irritatie uit onmacht.

Boosheid toelaten

Boosheid komt gemakkelijk naar boven, temeer nu we beginnen te beseffen dat we nog wekenlang beperkingen in ons gedrag zullen moeten accepteren. Beperkte bewegingsvrijheid alsof we in de gevangenis zitten. Met een straf die tot 1 juni duren gaat. Terwijl we niks gedaan hebben.

En we zitten vaak met enkele mensen bovenop elkaar en moeten het met elkaar zien te rooien. En ook al zijn dat vaak de ons meest dierbaren, we kunnen ze af en toe wel achter het behang plakken. Omdat de mogelijkheid om ons even terug te trekken zoveel minder is dan gewoonlijk.

Het is goed dat te erkennen en die boosheid of irritatie onder ogen te zien, simpelweg te voelen en hem niet geforceerd weg te stoppen. Dat lucht al op. En waarom zou je hem af en toe niet even uiten, stampvoetend of schreeuwend. Alleen of samen. Hem even toelaten, die boosheid, waarom niet?

Verdriet vrij baan geven

Collectieve momenten van stilte en rouw organiseren, nu we fysiek geen afscheid kunnen nemen van onze dierbaren of mee kunnen gaan naar de crematie of begrafenis. Zoals de kerkklokken laten luiden op een vast moment. Samen huilen en stilstaan bij de rijkdom en de schoonheid van levens die niet meer zijn. Verdriet om wat was, het gemak en het comfort dat de samenleving ons bood, en dat op korte termijn of wellicht helemaal niet meer in deze vorm terugkeert door de maatschappelijke en economische effecten van de COVID-19 crisis. Verdriet om het menselijk leed dat geleden wordt.

Geen taboe op vreugde

Maar er is meer, ook nu. Er worden – gelukkig – grappen gemaakt, internet staat er vol mee. En er zijn vreugdevolle momenten. Een lekkere espresso thuisgemaakt of een warme kop thee. Of de prachtig gele forsythia in de binnentuin waar ik op uitkijk en de uitbottende planten op mijn balkon. Genieten van de zon op mijn huid, van de wind door de haren op het balkon of in het open raam. Laat de zintuigen aan hun trekken komen.

We kunnen ook vreugde ontlenen aan de – bevoorrechte – kwaliteit van onze infrastructuur en sociale voorzieningen. Aan minder luchtvervuiling, meer rust in de wereld en de toename van het wereldwijde bewustzijn van afhankelijkheid van elkaar. Aan positieve gedachten dus.

Perspectief brengen

Mindfulness, met zijn radicale openheid voor alle zintuiglijke waarnemingen (zien, horen, ruiken, proeven, voelen, stemmingen) én voor wat ons denken beweegt, kent geen taboes. En dus ook geen – onbewust – taboe op de positieve kanten van het leven.

Je mag radicaal alle ervaringen aanwezig laten zijn en meemaken, de ongemakkelijke en de positieve. Beide kanten horen bij het volle leven, ook nu. En beide kanten aanvoelen helpt ons om balans te creëren en perspectief te brengen in wat we meemaken. En ons voor te bereiden op de wereld van na de coronacrisis en er dan te zijn, met alles wat we elkaar te bieden hebben.