Waarom ben je zelf met mindfulness begonnen, vroeg vorige week iemand tijdens het introductiewebinar dat ik over mindfulness gaf. Ik weet het nog goed. Vijftien jaar geleden, ik was net mijn eigen bedrijf begonnen, een heugelijke stap en toch voelde ik me loom en energieloos, alsof er voortdurend een rem op stond. Als regelmatige hardloper was ik fysiek gezond, maar zo ontdekte ik, mentaal vermoeid na een jarenlange managementfunctie.
In mijn favoriete boekwinkel stuitte ik op Waar je ook gaat, daar ben je tegen, van een zekere Jon Kabat-Zinn, bij het boek zat een mini-cd met oefeningen. Ik las het boek, oefende met de cv en niet veel later zocht en vond ik een trainer en ben de mindfulnesstraining gaan doen. De rest is geschiedenis.
In het webinar legde ik weer de basisprincipes uit: wat is mindfulness en wat zou ik eraan kunnen hebben? Vertel ik dat verhaal nu anders dan toen? Ik denk van wel.
Destijds wilde ik vooral van mijn mentale vermoeidheid af, van de stress van een zware managementfunctie die in mijn hoofd zat, en – naar tijdens de training bleek – ook in mijn lichaam. De regelmatige sportblessures vonden daar hun oorzaak. Dat was al de eerste les: lichaam en geest zijn veel meer verbonden met elkaar dan ik altijd dacht. Via de bodyscan en de ademmeditatie leerde ik de fysieke signalen herkennen van emoties, gevoelens, impulsen en gedachten. Dankzij de training kreeg ik zicht op een gevarieerd innerlijk landschap.
Wat daar in eerste instantie uitsprong, was dat ik de momenten leerde herkennen dat mijn brein weer “all over the place” was en ik weinig gefocused. Ik leerde zien hoe ik dan weer verzeild raakte in terugkijken op eerdere gebeurtenissen en een volgend moment alleen maar bezig was met zorgen over alles wat er nog komen ging. Hoe ik me daar drukker en drukker over maakte. Tot groot genoegen leerde ik hoe ik me daarvan los kon maken, meer bij mezelf en meer bewust aanwezig kon zijn. Ik leerde automatische reacties herkennen als normale menselijke ervaringen zonder er dwars tegen in te hoeven gaan en mezelf voor de kop te slaan. Dat was les twee: je kunt ervaringen gewoon laten zijn zoals ze zijn en je hoeft er niet door meegesleept te worden. Wat een opluchting gaf dat!
Daarmee ontstond ruimte om op te merken in welke gewoontepatronen ik vast zat die onrust en ongemak veroorzaakten of die het me lastig maakten in de communicatie met anderen. Oeps, dat was niet altijd prettig om onder ogen te zien. Vooral de zitmeditaties, waarin ik een steeds helderder beeld kreeg van mijn reactiviteit, waren niet alleen maar een pretje. Ik vond mezelf soms verward, druk, te direct, overenthousiast, te vriendelijk, om er maar een paar te noemen. Moest ik dat nou allemaal kwijt? Dat bleek niet het geval. Soms was mijn enthousiasme aanstekelijk. Ook vriendelijkheid is meestal prima. Maar ik kreeg inzicht, en leerde mijn vaste reacties om te zetten in bewuste antwoorden op situaties. Meer vanuit wat er nodig was in een gesprek of een vergadering. Meer vanuit mijn kernwaarden en minder omdat het nu eenmaal zo in mijn hoofd zat. Derde les dus: er is veel meer ruimte voor slim, praktisch reageren gebaseerd op wat echt belangrijk is dan ik dacht.
Zo heeft mindfulness waarvan ik dacht dat het vooral een stressbestrijdingstechniek was me geleerd om veel bewuster te navigeren in dat rijke landschap van fysieke sensaties, emoties, gevoelens en gedachten. Mijn dagelijks leven heeft meer perspectief gekregen en dat bewustzijn helpt me om de juiste wegwijzers te vinden, betere keuzes maken op kruispunten en de kwaliteit van mijn leven en samenleven te verbeteren.
En dat simpelweg door gewoon wat basisprincipes van aandacht oefenen te leren. Ik wist niet dat rijk worden zo eenvoudig kon zijn.