Mindfulness is goed voor je, is de dominante boodschap over deze vorm van meditatie. Het helpt tegen stress, bezorgdheid, depressie, eetstoornissen en nog veel meer. En je wordt er een beter mens van, of in ieder geval een beetje. Die boodschap wordt meestal ondersteund door twee beweringen. De ene dat de positieve effecten ervan wetenschappelijk bewezen zijn. De andere dat deze meditatiepraktijk in essentie dezelfde is als die van de Boeddha 2500 jaar geleden en dus zijn waarde wel bewezen heeft. Niets is minder waar, of althans maar gedeeltelijk. Het roept de vraag op waarom we ons zo aangetrokken voelen tot meditatie. Waarom mediteren we en wat doet het met ons? En wat brengt het de samenleving?
In zijn boek Rethinking Meditation laat de Amerikaanse hoogleraar David McMahan zien dat zich in de afgelopen halve eeuw in de Verenigde Staten en Europa een nieuwe standaardversie van meditatie heeft ontwikkeld, die zichzelf meestal seculier noemt. De meest invloedrijke omschrijving van mindfulness is verbonden met de naam van Jon Kabat-Zinn, een van de grondleggers van de moderne mindfulnessbeweging. Mindfulness, zo stelt hij, is “‘het bewustzijn dat ontstaat door aandacht te besteden, doelbewust, in het huidige moment, niet-oordelend”. Deze omschrijving tref je overal aan, met grotendeels dezelfde basisinstructies voor het mediteren en vergelijkbare concepten van wat mindfulness is en wat het bewerkstelligt.
Meditatie is cultureel bepaald
Bij mijn onderzoek naar onze motieven om te gaan mediteren, laat ik de vraag of de standaardversie juist is of niet, nog altijd hetzelfde als 2500 jaar geleden of gewijzigd in tijd en omstandigheden, even rusten. In zijn boek laat McMahan namelijk op fascinerende wijze zien hoe een samenloop van verschillende krachten tot de nieuwe standaardversie heeft geleid. Hoe daarbij de vroeg-boeddhistische geschriften, diverse Chinese, Tibetaanse, Japanse elementen samenvloeiden met ideeën en praktijken uit de Europese Verlichting en Romantiek, psychologie en Existentialisme. Samen met de tegenculturen vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw en de nieuwste inzichten uit cognitie- en neurowetenschap van de laatste decennia.
Van een in essentie teruggaan op de Boeddha blijft zo vrijwel niets over, laat hij zien. Met de standaardversie ontstaat een nieuw amalgaam, een nieuwe interpretatie van meditatie, waar het voor is en hoe het werkt. In de woorden van McMahan: “het toont de onbewuste geest; het onthult natuurwetten in de psyche, zoals een wetenschapper natuurwetten in de fysieke wereld ontdekt; het legt verborgen motivaties, verlangens, gedachten bloot die je in staat stellen ze meer bewust te sturen; het brengt een authentiek en natuurlijk zelf aan het licht, dieper dan dat zelf dat is gevormd door ieders eigen cultuur en maatschappij”[1].
Om te begrijpen waarom mindfulness zo aantrekkelijk werd in onze laat-moderne cultuur en welke motieven mensen aanspreken om te gaan mediteren, maar ook waar de beperkingen liggen van een ‘geloof’ in meditatie, moeten we meditatie in zijn moderne culturele context plaatsen. We moeten het dan niet zien als een methodiek van zelfverbetering, zegt McMahan, maar als een culturele praktijk. Want mediteren is ingebed in het dagelijks leven van beoefenaars. Het vervult een sociaal-culturele functie. Prachtige, integer en met een vleugje ironie verfilmde voorbeelden hiervan vinden we in de KRO-NCRV-docuserie Boeddha in de polder, waarvan het derde seizoen begin van dit jaar werd uitgezonden[2].
Meditatie zien als een culturele praktijk stelt direct vraagtekens bij de veelgehoorde bewering dat mediteren je zou helpen je los te maken, te bevrijden van je culturele en psychologische conditionering en iets authentieks en onbedorvens boven water zou kunnen halen. Integendeel, de standaardversie is helemaal (en vrijwel kritiekloos, WK) ingebed in het moderne individualistische denken en ziet niet eens meer dat ook dat idee van je losmaken van de cultuur een typisch onderdeel is van het post-Verlichtingsdenken. Meditatie is zo geherformuleerd tot een essentieel individualistische praktijk van een afzonderlijke geest die zichzelf aanschouwt en in isolement de waarheid der dingen onderscheidt[3]. Het sluit naadloos aan bij de overheersende liberale politieke filosofie in onze wereld, die van het ‘possessive individualism’: het individu als “in essentie de eigenaar van zijn eigen persoon, owing nothing to society for them”[4].
Die gerichtheid op ‘eigenheid’ komt in alle hedendaagse vormen van meditatiebeoefening tot uiting, steeds verpakt in een ander jasje[5]. Nu eens is dat het rationele, autonome zelf van de Verlichting, dan het voelende en diepe interne zelf van de Romantiek. Een enkele keer het politieke zelf als eigenaar van rechten en plichten en veel vaker het psychologische zelf met onbewuste dieptes en neuroses. En natuurlijk niet te vergeten het tegenwoordig populaire cerebrale zelf, op basis van het brein en zijn functies. Voeg daarbij dan nog christelijk-religieuze concepties van de eigenheid van de ziel, of het Boeddhistische concept van ‘niet-zelf’ als een eigenheid van fluïde processen, en je hebt een heel breed scala aan argumenten voor de motivatie om te gaan mediteren. Voordat we die nader uitwerken, moeten we eerst omschrijven wat mediteren wel is als het niet gaat om te los te maken van ingesleten, belemmerende gewoontes.
Wat je beoefent, word je
Meditatie wordt regelmatig, maar ten onrechte, gepresenteerd als een ‘objectieve’ manier om zicht te krijgen op de innerlijke werking van de geest, los van de invloed van cultuur en maatschappij. Vaak wordt daarbij wetenschappelijke onderzoek naar het brein en het centrale zenuwstelsel als steunbewijs aangevoerd. Meditatie gaat echter niet alleen over het brein, stelt McMahan, beoefenaars mediteren in een sociale en culturele omgeving en de gangbare opvattingen, verlangens en dromen voor een goed leven in die context.
Zo is het in de mindfulnessmeditatie gevraagde opmerken van ervaringen niet neutraal, zoals vaak wordt veronderstelt. Je leert namelijk een bepaalde kijk op je innerlijke psychologie aan. En daarbij komt een hele psychologisch-culturele bagage mee, een kijk op je eigenheid, je geest, én je sociale rol en plaats in de samenleving. In de standaardversie van moderne mindfulnessmeditatie leer je alle ervaringen als ‘gedachten’ – ik zou liever van mentale gewaarwordingen spreken – te zien, met een houding van onaangedaanheid en objectiviteit (Kabat-Zinn’s ‘niet-oordelend’). In de meest gangbare benaderingen zoals MBSR en MBCT[6] gebeurt dat tegen de achtergrond van een medisch-psychologisch idee over ziek zijn en gezond worden, gekleurd door aandoeningen als chronische stress en depressie. Het zijn die kernideeën over de rol van meditatie in je persoonlijk en sociale leven die je impliciet meekrijgt. Dat kan van cultuur tot cultuur verschillen. Zo leren Koreaanse sjamanen in deze gedachtestroom de stem van voorouders te ontdekken, en evangelische christenen horen er de stem van God in die hen inspireert en aanwijzingen voor het leven geeft.
De inzichten die je leert in de moderne meditatie vragen training in een bepaalde kijk op de eigen geest, gebaseerd veelal op moderne psychologie en kosmologie van de hedendaagse natuurwetenschap. Het is een cultureel bepaald begrip van wat ‘gedachten’ zijn (gebeurtenissen ‘binnen’ de besloten ruimte van de geest), wat je moet doen om ze op het spoor te komen, wat ze betekenen en hoe je je ertoe moet verhouden. En dus ook wat je moet doen om ze in praktijk van iedere dag te brengen zoals tijd vrijmaken om te mediteren, of mindful te leven. Het wil overigens niet zeggen dat je daarmee automatisch en kritiekloos die culturele context overneemt. Het stelt ook vraagtekens bij vanzelfsprekendheden, ondervraagt stilzwijgende waarheden en verandert emotionele gewoontes. Meditatiebeoefening leert je bepaalde zaken af maar ook aan. Hoe zien die culturele praktijken er uit? En sterker nog: welke maatschappelijke effecten heeft mediteren en hoe kritisch staat mediteren tegenover de huidige samenleving?
Het meditatie-ethos in zesvoud
De motivaties om te gaan mediteren en ons leven daarnaar in te richten (ook al is dat vaak niet het eerste waaraan we denken) kunnen we zien als vormen van een ethos. Een ethos kunnen we omschrijven als een morele houding of de leidende gedachten in het gedrag van een persoon of een groep. Het is een “constellatie van concepten, waarden, en idealen waarmee meditatiebeoefenaars het zelf en de wereld interpreteren, inclusief aanwijzingen hoe in de wereld te handelen”[7]. Geen uitgewerkte ethiek, meer een soort landschap van idealen en waarden dat op de achtergrond de activiteiten van het mediteren en het dagelijks leven omringt. Hieronder beschrijf ik een zestal vormen van ethos. In de praktijk vinden we ze door elkaar heen. Maar ze vormen een goed handvat om motieven en de praktijk van meditatie te onderzoeken.
Appreciatie
Dit ethos accentueert het waarderen van het leven in al zijn diversiteit, complexiteit en nuance. Het is niet gericht op transcendentie van de wereld en staat daarmee vrij ver af van het klassieke Boeddhisme dat betoogt dat de materiële realiteiten van de wereld, zoals geboorte en dood, eten en drinken, sensueel plezier, etc. zaken zijn aan de binding waaraan we ons moeten losmaken. Tegenwoordig vraagt mediteren, in de Romantische traditie, om het leven ten volle te genieten, en is een nadruk op transcendentie bijna volledig afwezig. Leven doe je in het nu, en de minder plezierige en lastige of pijnlijke kanten zijn een mogelijkheid tot leren en verdiepen van de appreciatie. Dankbaarheid – denk aan de vorm van dankbaarheidsdagboeken – is een exemplarische houding.
Authenticiteit
Het ethos van authenticiteit vouwt de van oorsprong boeddhistische meditatievormen in in het individualistische ethos van de moderniteit, maar wel op een speciale manier. Het gaat om het ‘jezelf zijn’, ‘jezelf actualiseren of realiseren’. Je bent in dit ethos iemand met een eigen karakter, en niet in de eerste plaats een zoon, dochter, partner, familielid, of collega. We moeten, al mediterend, ‘loslaten wie we veronderstellen te moeten zijn, en omarmen wie we zijn’, in de woorden van de bekende Amerikaanse auteur Brené Brown[8]. Authenticiteit zet het individu tegenover externe krachten van traditie, sociale normen en verwachtingen.
Waarachtig zijn wordt zo impliciet een morele verplichting en jij als individu leert je ontworstelen aan de automatische piloot van mentale gewoontes. Je wordt auteur van je eigen leven door te ontsnappen aan de geïnternaliseerde dictaten van een zieke maatschappij en het nastreven van je eigen unieke, authentieke pad.
Autonomie
Onze cultuur vraagt vrijheid en autonomie van ons. “Vrij van en vrij tot” in de woorden van de politiek-filosoof Isaiah Berlin[9]. Vanuit dit vanzelfsprekende moderne vrijheidsbegrip worden meditatietechnieken gezien als manieren om mensen te helpen autonoom te worden. Door het mediteren ontwikkel je een ‘innerlijke burcht’ waar het autonome subject is gezeteld dat onverstoorbaar door externe invloeden boven de sociale omstandigheden drijft. Het is een ethos dat bij uitstek past bij de redelijk welvarende zelfstandige burger van deze tijd. Maar het verschilt nogal van de oorspronkelijke boeddhistische meditatie die veel sterker gericht is op vrij worden van deze wereld, ontkomen aan de cyclus van dood en wedergeboorte.
Interdependentie
In dit ethos wordt mediteren niet alleen verbonden met persoonlijke ontwikkeling, maar ook verweven met ethische en sociale verantwoordelijkheden. Het benadrukt de porositeit van de grenzen tussen het zelf en anderen en het systemische karakter (en niet het individuele) van lijden en de verantwoordelijkheid voor anderen en de planeet. Het verwijst min of meer naar een idee dat alles met alles is verbonden, dat zowel bij het klassieke Boeddhisme als bij de omschrijvingen van de complexe laat-moderne samenleving past. Het contrasteert, overigens zonder het individuele startpunt los te laten, met een exclusieve focus op meditatie als de cultivering van persoonlijke gemoedsrust. Thich Nath Han’s “inter-zijn” en de ecologische benaderingen van Joanna Macy en David Loy zijn hier expliciete voorbeelden van[10].
Gezondheid en welzijn
Het bevorderen van de persoonlijke gezondheid en welzijn, het minder gevangen en geraakt worden door ongemak en lijden, staat centraal in dit ethos. Het is een benadering die mindfulnessmeditatie als vorm van gezondmaking ziet, zowel in curatieve als in preventieve zin. Dit is de benadering die het nauwst is verbonden met de moderne mindfulnessbeweging waarvan Kabat-Zinn als de grondlegger wordt gezien. Zijn mindfulness-based stress reductie-training (MBSR) was bedoeld om mensen met chronische klachten te leren daarmee om te gaan en werd later tot een toonaangevende ondersteunde training bij de behandeling van depressie ontwikkeld (mindfulness-based cognitive therapy, MBCT). Kabat-Zinn verbreedde zijn benadering in zijn boek Coming To Our Senses met de spirituele en natuurbenadering van het Amerikaanse transcendentalisme, dat overeenkomsten heeft met de Europese Romantiek[11]. Hij keert zich daarmee ook tegen de Amerikaanse, van oorsprong meer protestants-christelijke invulling van het ‘bezitsindividualisme’ en vraagt van ons een andere, eigen weg in een drukke wereld.
Productiviteit
De moderne standaardversie van mindfulness is ook in de wereld van productie, samenleven en leiderschap doorgedrongen[12]. In het daarmee gepaard gaande ethos van productiviteit gaat het om leren omgaan met de stress en de uitdagingen van de moderne georganiseerde wereld. De morele uitnodiging is om als mens te floreren, in de woorden van Human Potential Movement: “het beste uit jezelf halen”. Niet puur alleen voor jezelf overigens maar om daarmee ook een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van mens en natuur om je heen[13]. Critici zoals Ronald Purser verwijten dit ethos dat het zich blindelings heeft overgeleverd aan de wetten van het kapitalisme[14].
De vraag is nu wat deze zes vormen van ethos ons kunnen leren over onze motivatie om te gaan mediteren en welk inzicht ze bieden in de maatschappelijke bijdrage is van mindfulnessmeditatie.
Gevangen of bevrijdend
Wie gaat mediteren, schrijft zich in. En daarmee bedoel ik niet alleen het invullen van een inschrijfformulier. Je gaat, afhankelijk van de plek en de omstandigheden waar je het gaat doen, meedoen en je inleven in een soms meer expliciet of – vaker – impliciet ethos, dat meekomt met de meditatiebeoefening. Je gaat meedoen aan een culturele praktijk, een manier van leven vormgeven. Meditatie is, ook al tref je vergelijkbare technieken op verschillende plekken aan, geen neutrale techniek die je leert, er is altijd een context, een manier van denken en doen. Het is net als een yoga-leefstijl ontwikkelen, of met je vrienden naar je voetbalclub gaan, of actief worden in vrijwilligerswerk of een politieke partij.
In overwegende mate is dat, als je gaat mediteren, een culturele praktijk die gedomineerd wordt door het moderne individualisme, dat gericht is op persoonlijk floreren. Laat ik helder zijn: daar is niks mis mee. Maar het is misschien wel verstandig dat als een keuze te zien en je daar rekenschap van te geven. Want meedoen heeft gevolgen: je wordt wat je beoefent.
Als we onze motieven om te gaan mediteren kritisch tegen het licht willen van onze morele ambitie willen houden, en als we de sociale en politieke rol en de bijdrage van meditatiepraktijken aan de samenleving willen overdenken, zullen we meditatiebeoefening breder moeten bekijken dan primair ten bate van het individueel floreren. Dan is het maar de vraag of we in een wereld die grote behoefte heeft aan betere onderlinge betrekkingen tussen mensen wel de nadruk op authenticiteit en autonomie moeten leggen. Want komen we met authenticiteit of autonomie als ethos, waar sociale conditionering tegenover innerlijke vrijheid, autonomie tegenover traditie, authenticiteit tegenover externe normen wordt gezet, wel verder in het tot stand brengen van betere maatschappelijke verhoudingen?
En ook waar geprobeerd wordt mindfulnessmeditatie een bredere werking te laten hebben dan onszelf, zoals in het ethos van interdependentie en dat van productiviteit, moeten we – wellicht met tegenzin – constateren dat het ook dan maar moeilijk loskomen is van het moderne individualisme. Ook hier begint het met persoonlijk floreren en komt pas daarna de ander en/of de organisatie en samenleving.
In onze samenleving begint mediteren eigenlijk altijd vanuit een ‘ik’ en zelden of nooit vanuit een ‘wij’. De morele en praktische verantwoordelijkheid buiten het ‘ik’ uitwerken in ‘compassie met anderen’ is een wezenlijke stap, maar gaat niet uit van een fundamenteel andere kijk op meditatie als culturele en sociale praktijk. Voor een inzet om de sociale en politieke realiteit te veranderen, zoals bijvoorbeeld jurist, politicus en grondlegger van de Indiase constitutie, de boeddhist B.R. Ambedkar betoogde[15], is een ander ethos nodig dat het ‘wij’ als uitgangspunt neemt.
Vanuit de binnen het moderne individualisme gegroeide standaardversie van mindfulnessmeditatie is het niet verrassend dat de basishandleiding voor meditatie van de Boeddha zelf, de Satipatthana Sutta[16], altijd wordt gelezen als een manier om innerlijk te mediteren. Zijn expliciete uitnodiging – of opdracht zo je wilt – om meditatie ook extern of naar buiten te richten wordt bijna altijd weggelaten. Terwijl er juist in zijn benadering een brede maatschappelijke moraliteit aan het licht komt[17]. Moraal en politiek op het scherpst van de snede worden over het algemeen echter buiten de meditatiepraktijk gehouden, zoals recentelijk de Engelse meditatieleraar John Peacock in het artikel The Elephant in the Dharmahall aan de orde stelde[18].
Wie namelijk ‘politiek’ zegt, zegt verschil van inzichten, verschil van invulling van waarden en principes. En daarmee omgaan vraagt om een stevig ‘wij’, om intense democratie, die verder gaat dan vriendelijk van mening verschillen en voort te gaan op het pad van individueel floreren, zonder consequenties te trekken of gedrag te veranderen. Het zou aansluiten bij een van de kerngedachtes van Hannah Arendt dat wij mensen ons mens-zijn enkel in een samenleving kunnen ontplooien. Zij definieert mensen als fundamenteel politieke wezens en herinnert ons eraan dat bij de Romeinen de begrippen “leven” en “zijn onder mensen” (inter homines esse) als synoniemen worden gebruikt[19].
Culturele praktijken, reflectief of filosofisch, kunnen alleen een kritische, bevrijdende bijdrage leveren aan de samenleving als ze in staat zijn om als contrapunt tegenover de dominante maatschappelijke omgeving te functioneren. Dat kan met moderne meditatie alleen als we verder kijken dan de meditatietechniek en de goede wil (niets ten nadele daarvan overigens) van de meditatiebeoefenaren en -leraren. Zolang we dat niet doen blijft mediteren gevangen in het dominante individualisme. Misschien moeten mindfulnessgroepen en boeddhistische sangha’s eerst nadenken over hun ethos, voordat ze gaan mediteren omdat het goed voor je is.
Noten
[1] David L. McMahan, Rethinking Meditation. Buddhist Meditative Practices in Ancient and Modern Worlds (Oxford: Oxford University Press, 2023), 13. (vertaling: WK)
[2] Te vinden via deze URL: https://npo.nl/start/serie/boeddha-in-de-polder/seizoen-3/boeddha-in-de-polder_16 (bezocht op 25 maart 2024).
[3] McMahan, Rethinking Meditation. Buddhist Meditative Practices in Ancient and Modern Worlds, 15.
[4] C.B. MacPherson, The Political Theory of Possessive Individualism. Hobbes to Locke (Oxford: Oxford University Press, 2011).
[5] McMahan, Rethinking Meditation. Buddhist Meditative Practices in Ancient and Modern Worlds, 15-16.
[6] MBSR staat voor Mindfulness-Based Stress Reductie en MBCT voor Mindfulness-Based Cognitieve Therapie.
[7] McMahan, Rethinking Meditation. Buddhist Meditative Practices in Ancient and Modern Worlds, 22. Ik volg in de omschrijvingen de typeringen van McMahan. De eerste vier omschrijft hijzelf uitgebreid in zijn boek, de twee laatste (Gezondheid en welzijn, Productiviteit) heb ik zelf uitgewerkt.
[8] Geciteerd in: McMahan, Rethinking Meditation. Buddhist Meditative Practices in Ancient and Modern Worlds, 147.
[9] Isaiah Berlin, Twee opvattingen van vrijheid, Kleine Klassieken, (Amsterdam: Boom, 2023).
[10] Thich Nhat Hanh, De kunst van het leven (Utrecht: Ten Have, 2021); Joanna Macy and Chris Johnstone, Active Hope. How to Face the Mess We’re in without Going Crazy (Novato: New World Library, 2012); David Loy, Ecodharma. Buddhist Teachings for the Ecological Crisis (Somerville: Wisdom, 2018).
[11] Jon Kabat-Zinn, Coming To Our Senses (New York: Hyperion, 2005).
[12] Jaime Kucinskas, The Mindful Elite (Oxford: Oxford University Press, 2019).
[13] Ook mijn eigen boek past in dit ethos: Wibo Koole, Mindful Leiderschap voor effectieve teams en organisaties (Amsterdam: Business Contact, 2012).
[14] Ron Purser, McMindfulness. How Mindfulness Became The New Capitalist Spirituality (London: Repeater Books, 2019).
[15] A.R. Ambedkar, The Buddha and His Dhamma.
[16] Boeddha, De verzameling van middellange leerredes van de Boedhha, ed. Jan de Breet and Rob Janssen, trans. Jan de Breet and Rob Janssen, 3 vols., vol. 1. De eerste vijftig leerredes (Uitgeverij Bodhi, 2004).
[17] Nalin Swaris, The Buddha’s Way to Human Liberation (Nugegoda, Sri Lanka: Sarasavi Publishers, 2008).
[18] John Peacock, “The Elephant in The Dharma Hall,” Tricycle Magazine (2024), https://tricycle.org/magazine/western-buddhism-individualism/.
[19] Geciteerd in: Dirk de Schutter, De wereld als inzet. Wat wij mensen delen (Utrecht: Ten Have, 2024), 20.
Geciteerde literatuur
Ambedkar, A.R. The Buddha and His Dhamma.
Berlin, Isaiah. Twee Opvattingen Van Vrijheid. Kleine Klassieken. Amsterdam: Boom, 2023.
Boeddha. De Verzameling Van Middellange Leerredes Van De Boedhha. Translated by Jan de Breet and Rob Janssen. Edited by Jan de Breet and Rob Janssen. 3 vols. Vol. 1. De eerste vijftig leerredes: Uitgeverij Bodhi, 2004.
Hanh, Thich Nhat. De Kunst Van Het Leven. Utrecht: Ten Have, 2021.
———. Mindfulness. Rotterdam: BBNC Uitgevers, 2009.
Kabat-Zinn, Jon. Coming to Our Senses. New York: Hyperion, 2005.
Koole, Wibo. Mindful Leiderschap Voor Effectieve Teams En Organisaties. Amsterdam: Business Contact, 2012.
Kucinskas, Jaime. The Mindful Elite. Oxford: Oxford University Press, 2019.
Loy, David. Ecodharma. Buddhist Teachings for the Ecological Crisis. Somerville: Wisdom, 2018.
MacPherson, C.B. The Political Theory of Possessive Individualism. Hobbes to Locke. Oxford: Oxford University Press, 2011.
Macy, Joanna, and Chris Johnstone. Active Hope. How to Face the Mess We’re in without Going Crazy. Novato: New World Library, 2012.
McMahan, David L. Rethinking Meditation. Buddhist Meditative Practices in Ancient and Modern Worlds. Oxford: Oxford University Press, 2023.
Peacock, John. “The Elephant in the Dharma Hall.” Tricycle Magazine (2024). https://tricycle.org/magazine/western-buddhism-individualism/.
Purser, Ron. Mcmindfulness. How Mindfulness Became the New Capitalist Spirituality. London: Repeater Books, 2019.
Schutter, Dirk de. De Wereld Als Inzet. Wat Wij Mensen Delen. Utrecht: Ten Have, 2024.
Swaris, Nalin. The Buddha’s Way to Human Liberation. Nugegoda, Sri Lanka: Sarasavi Publishers, 2008.